Het nieuws over het coronavirus kwam hard aan bij mijn vader. Na de niertransplantatie leeft hij als een monnik en moet ontzettend uitkijken voor zieke mensen of bacteriën. Ook zijn voeding is volledig aangepast om ziektes te voorkomen.Net nu we allebei onze draai hadden gevonden met de juiste ondersteuning en manieren om hem een sociaal leven te laten opbouwen, spatte de zeepbel uiteen. De ondersteunende diensten haakten af en ook de paramedische ondersteuning werd niet langer aangeboden, online boodschappen doen werd ineens onmogelijk, en zelfstandig de deur uit naar instanties en ziekenhuis controles werden onmogelijk. Je laat je vader niet aan zijn lot over, dus werd de takenlijst uitgebreid. Verdiepen in fysiotherapeutische oefeningen, zorgen voor een schoon huis, zelf sjouwen met boodschappen, veel bellen met de ziekenhuis artsen, teleurstellingen incasseren wanneer er weer een ondersteunende dienst uitviel, van het kastje naar de muur gestuurd worden met urinesamples ter controle en overleg met de huisarts. Waar normaal professionals aan het werk waren, werd van mij verwacht om zonder (paramedische) kennis vooral op gevoel te handelen. Het voelt alsof je als nieuwe medewerker geïntroduceerd wordt in een bedrijf waar iedereen is opgestapt en waar ook geen overdracht meer is. En daar ga je dan, zonder beschermende middelen, op hoop van zegen dat je je vader niet besmet, met tassen boodschappen het openbaar vervoer in.

Om het risico te beperken dat ik mijn vader besmet, heb ik geen contact met andere mensen, neem ik twee keer per dag mijn temperatuur op en ga ik alleen de deur uit wanneer ik naar hem toe moet.Het is heel stressvol om op straat en het openbaar vervoer mee te maken hoe onvoorzichtig mensen zijn. Naarmate de tijd verstrijkt, verslappen mensen en houden geen rekening met de nieuwe maatregelen. Dus herhaaldelijk spring ik maar de straat of het fietspad op om te voorkomen dat er weer iemand bijna in je gezicht hoest. Mensen realiseren zich niet dat ik naar een kwetsbaar iemand ga om te verzorgen en ondersteunen en dat er niemand meer is, wanneer ik uitval. En mocht mijn vader dan via mij besmet raken, dan kan zijn lichaam dat niet aan. Zijn immuunsysteem staat uitgeschakeld om afstoting van zijn nieuwe nier te voorkomen. Ik probeer ver vooruit te kijken om alle risico’s tijdig te zien aankomen in de buitenwereld. Tot nu toe gaat dat goed, maar dit zou eigenlijk niet nodig moeten zijn. Momenteel ben ik nog de enige persoon in zijn leven, wat fijn is, maar het geeft ook een beklemd gevoel. Het sociale aspect van onze vader/dochter relatie is weer omgeschakeld naar een praktische modus. Naast mijn werk moet ik heel goed plannen en organiseren om alles zowel bij hem als bij mij draaiend te houden. Dat kost veel energie en levert soms ook irritaties van mijn kant op. Ik ben in de eerste plaats zijn dochter, maar voel me nu meer een medewerker.Ik probeer er toch wat van te maken en laat vooral niet merken dat ik ook kwetsbaar kan zijn, met zorgen over zijn toekomst, en de druk van alle taken. Het is niet de bedoeling dat hij daar iets van meekrijgt, want dan voelt hij zich ook daar nog ellendig over.

Er zit niets anders op dan door te bikkelen, en een momentje te zoeken om samen een (suikervrij) gebakje te eten en even een paar minuten te relaxen samen.Net als de vele geregistreerde en ongeregistreerde mantelzorgers moeten we ons volledig inzetten. Onze ouders hebben ons leren lopen, fietsen, rekenen en hebben ons getroost op moeilijke momenten in ons leven.Nu is het onze tijd om te helpen en ondersteunen.Lieve mantelzorgers! Praat met elkaar, al  is het online, steun elkaar en help elkaar met goede tips. En durf hulp in te schakelen wanneer je je grens bereikt.

Heel veel succes in deze chaotische periode!

Shifra

 

Naar boven